In gesprek met Alumnus Raphael Hunsucker

1. Wat ben je na het gymnasium gaan doen?

Ik ben Klassieke Talen gaan studeren aan de UvA, eigenlijk omdat ik niet kon kiezen wat ik leuker vond: literatuur, geschiedenis of toch filosofie? Klassieke Talen heeft het allemaal een beetje, binnen de microkosmos van de oudheid, en dan krijg je taalkunde en archeologie er ook nog gratis bij. In mijn tweede jaar ging ik met een Erasmus-uitwisseling naar Bologna, en daar ontdekte ik dat ik de geschiedenis van de mediterrane wereld toch het meest interessant vond, zeker in de context van zo'n prachtig land als Italië. Na een cursus op het Koninklijk Nederlands Instituut Rome besloot ik verder te gaan met een master geschiedenis in Nijmegen, helemaal gericht op Rome in de oudheid en de middeleeuwen. Daar kon ik vervolgens een promotieplaats bemachtigen, en in Nijmegen en Rome heb ik me 5 jaar lang volledig ondergedompeld in de periode van keizer Augustus (1e eeuw v. Chr.) en die van de late oudheid (3e-6e eeuw na Chr.). Heerlijk! Uiteindelijk ben ik ook maar in Rome gaan wonen, toen ik in Amsterdam geen huis meer kon vinden.

 

2. Wat doe je nu?

Volledig tegen mijn verwachtingen in ben ik ondernemer geworden, en heb ik twee bedrijven op het gebied van treinreizen: Italië Centrale en Choo-Choo. De Italië Centrale organiseert groepsreizen naar Italië, zoals Romereizen voor middelbare scholen. Ik heb dat bedrijf een tijdje gedraaid met mede-alumnus John-Alexander Janssen, en het GGH was trouwens ook onze eerste grote klant. Geen enkele school wilde de eerste zijn, maar toen het Gym eenmaal ging, was het hek van de dam. Inmiddels is de trein bijna de standaard geworden voor Romereizen, dus dat levert veel werk op. Choo-Choo regelt treinreizen voor alle andere doelgroepen: vakantiegangers, zakelijke reizigers en groepen, congres- en festivalbezoekers. Ook regelen we het treinonderdeel voor pakketreizen van grote aanbieders, zoals ANWB en De Jong Intra. Als ik niet zelf in de trein zit tussen Nederland en Rome ben ik er druk mee de trein nog aantrekkelijker te maken als alternatief voor de auto of het vliegtuig, onder andere door reisverslagen op sociale media. Daarnaast heb ik net pas mijn proefschrift verdedigd, en geef ik ook nog cursussen en rondleidingen in en over Rome. 


3. Wat heeft het gymnasium jou gebracht?

 

Ha, dat is een goeie! Ik was echt zo'n opstandig, irritant ventje op school, met name in de tweede, maar zonder het gymnasium had mijn leven er héél anders uit gezien. Dan was ik nu waarschijnlijk IT'er geweest, en met een iets te grote leaseauto hard op weg naar een midlifecrisis. Maar nee - op uitwisseling rond de Kleine Avond ging ik naar Athene, mijn eerste keer in Griekenland. Erg indrukwekkend. Maar de Romereis, met o.m. Gérard Reijnders als begeleidende docent, was de echte openbaring. Eerst wilde ik informatica gaan studeren, en in Rome is dat in één keer 180 graden gedraaid. Samen met Stephan de Groot moest ik een presentatie houden over de San Clemente, en dat was zowaar leuk om te doen - een onwennige ervaring, want eigenlijk waren we natuurlijk heel erg "tegen" dat soort verplichte "shit", met onze grote bek van toen. Ik heb dus veel te danken aan die reis, en ook aan de lessen van met name Reijnders en Wouter van Ravenzwaaij, waarin je echt intellectueel werd uitgedaagd, een soort oase te midden van alle Gooise poenerigheid. Ook de classici ben ik uiteraard dankbaar, en het feit dat ik later nog heel wat keren mee kon op Romereis als "co-begeleider" van Richard Haasen was zeer vormend. Dat ik daar nu mijn business model van heb gemaakt is dan misschien toch weer dat Gooise trekje, haha.


4. Welke herinnering aan het GGH zou je graag willen delen?

 

Als we het over het echte "GGH-gevoel" hebben, kan het gebouw aan de Schuttersweg uiteraard niet ontbreken, met Zuur in lokaal 5 en de historici in lokaal 3 en 4, en uiteraard die heerlijke Aula met de ouderwetse snackhoek van claviger Bauke (Bouke?). Eeuwig zonde dat de school van zo'n pand naar die kale doos op de Bergweg is verhuisd. Ik zat toen in de derde, en wij voelden ons echt erbij genaaid door de toenmalige rector, zo'n glad "moderne manager"-type, die ons voorhield dat dat een tijdelijke maatregel zou zijn. Toen dat een gehaaide communicatiestrategie bleek te zijn heb ik wat klasgenoten opgetrommeld om de kelder van het oude gebouw te kraken, uit protest. Het was mijn eerste kraak en ik was 16 - geen doorslaand succes, want toen de politie de kraak kwam inspecteren kreeg ik de deur niet meer open, en moesten zij me nota bene uit die kelder bevrijden. Toch ben ik blij dat ik feitelijk als laatste gymnasiast het schip heb mogen verlaten, want in dat gebouw voelde ik me echt thuis.


Als de Schuttersweg ooit tegen de vlakte gaat, trek ik een goede fles wijn open om te plengen op de puinhopen. Onbegrijpelijk hoe het GGH zijn eigen geschiedenis te grabbel heeft gegooid. En dan een beetje chique leuzen verzinnen, wat is het, vis quaerit intellectum? Wij waren het daar als "kritische" leerlingen echt heerlijk mee oneens, met al die opgeklopte pretentie. Met Stephan heb ik nog wel eens de deur van een lokaal opengetrokken toen Hans Crum (God hebbe zijn ziel) daar een stel 8e groepers enthousiast voorlichting stond te geven, om dwars door zijn verhaal keihard "doe het niet!" te roepen naar die kinderen. Nogal beschamend, achteraf, maar wij vonden echt dat de school ons een beetje had verraden.